Grietje Harmens Kos
Grietje Harmens Kos,
geb. in 1701,
ged. Gereformeerde Gemeente op 18-04-1726 te Huijsen; Ex-Mennist,
Was Doopsgezind,
ovl. op 28-02-1735 te Huijsen; DTB-20; kraemvrouw,
begr. op 04-03-1735 te Huijsen; Pro Deo,
, -
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 18-04-1726: Aangenomen op Belijdenis: Job Andriesz en Grietje Harmens, Echteluijden, na gedane belijdenis gedoopt overgekomen uit het Mennistendom
-
zie: Kroniek L.R. Lustig; 176-1527; blz. 158: broer Lambert verdronken op 25 -02-1719 tijdens vissen; ca. 22 jaar.- Vader:
Harmen Blauw Harmen Lambertsz Cos, zn. van Lambert Harmensz Cos en Hendrickien Willems ,
geb. in 1664 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1686-70,
doopsgezind,
Post van Huijsen op Naarden,
ovl. op 03-05-1707 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1722-25,
begr. op 03-05-1707 te Huijsen;DTB-12-Begraven-Impost: Pro Deo,
, -
HARMEN LAMBERTSEN COOS / KOS / COS
Huizen Koptienden (1689-70 1722-25):
1689-70: v. Dirck Lambertsz 1 cop1/2
1691-59: v. Jacob Elbertsz Vos 4 cop 5/8
- Situatie: 6 cop 1/8
1722-25: NU: zijn weduwe ipv 6 cop 1/8
-
ORA-184-3189A389; 24-01-1675: Jacob Meijerden en Geu Meijerden kinderen en erfgenamen van Meijert Jansz voor haar zelf en als voogden van haar zuster Aeltgen Meijerts @ van de nagelaten weeskinderen van haer overleden broeder Jan Meijerden te
kennen gevende dat haer vader zaliger Meijert Jansz ten behoeve van Hendrickien Willems weduwe van Lambert Harmensz zich als borg voor een obligatie d.d. 23-12-1664 ad. f 600 verbonden had voor haar overleden broeder Jan Meijertsz ;
- sijn comparanten als erfgenamen van haar vader zaliger bij de kinderen en erfgenamen van de voorn. Hendrickie Willems, met name Harmen Lambertsz en Theunis Lambertsz
-
ORA-184-3192A353; 19-03-1686: Tijmen Jansz Cos schepen tot Huijsen. Jan Pietersz Boor als voogd van Geertien Jans weduwe van Jan Gerritsz Backer zich sterk makende voor Gerrit Jansz Backer mitsgaders Stijntie Jans (Backer) alle erfgenamen van
Jan Gerritsz Backer, verkocht aan Meuwis Dircksz een huis gelegen in het dorp naast Philips Gerritsz ten noorden en Hermen Lambertsz Cos ten zuijden voor f 360,-
-
Huizen0DTB-1A-Dopen: 15-08-1688: Machteltien; vader: Harmen Lambertsz Vos (MENNIST), moeder: Lijsbet Jacobsen Vos
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio-28; 25-12-1713: ende op den 25 decemb: 1713 doen wert van Lijsje Jacobs weduw: van Harmen Lambertsz haar beste koe sieck, na dat sij daags te voeren niet alleen haar groep uijtgemist hadde, maar oock na dien
sij de geheele winter haar stal en groep seer vuijl gehouden hadde en op den 31 ditoe doen sterft des koe
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio-164/165: mijn Heer
schout gij hebt sijn vader ook wel gekent Harmen Lambertsz ofte anders in de wandelingh genaamt Harmen Blauw, hij was post van Huijsen op Naarden Ja segt de schout die hebbe Ik noch wel gekent, maar dese Jongelingh (= Lambert Harmensz Kos
verdronken op 25 -02-1719) was hij ook goet voor sijn moeder en voor 't gantsche Huijs, Ja, seijt aart Vos, hij was niet alleen gehouw en seer getrouw voor sijn moeder, maar hij was voornaamde brootwinder in 't Huijs, want de moeder die seer
krupel is moest voornaam van sijn winst bestaan,
tr. op 06-07-1687 te Huijsen.
- Moeder:
Lijsbet Jacobs Vos, dr. van Jacob Elbertsz Vos en Machteldje Aarts ,
geb. in 1664 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1722-25,
zie: Kroniek L.R. Lustig; 176-1527; blz. 158: zoon Lambert,
verdronken op 25 -02-1719. blz. 165: moeder was kreupel,
ovl. op 15-01-1725 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 22-01-1725 te Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: Pro Deo,
, -
HARMEN LAMBERTSZ COS WEDUWE = LIJSBERT JACOBSZ VOS
Huizen Koptienden (1722-25 1745-25 ):
1722-25: v. haar overleden man: 6 cop 1/4
1725-25: op Lambert Willemsz Kaaijer 5 cop
bij transport Situatie: 1 cop 1/4
1727-25/1728-25: SLUIJ 1726
1741-25: SLUIJ 1740
1745-25: SLUIJ 1744, 1745
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio-164/165: mijn Heer
schout gij hebt sijn vader ook wel gekent Harmen ambertsz ofte anders in de wandelingh genaamt Harmen Blauw, hij was post van Huijsen op Naarden . Ja segt de schout die hebbe Ik noch wel gekent, maar dese Jongelingh (= Lambert Harmensz Kos)
was hij ook goet voor sijn moeder en voor 't gantsche Huijs, Ja, seijt aart Vos, hij was niet alleen gehouw en seer getrouw voor sijn moeder, maar hij was voornaamde brootwinder in 't Huijs, want de moeder die seer krupel is moest voornaam van
sijn winst bestaan.
tr. op 28-08-1725 te Huijsen; Impost 10-08-1725: Pro Deo
met
Job Andriesz Makkinje, zn. van Andries Andriesz Mackinge en Cornelia Joppen ,
geb. op 07-02-1694 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 07-02-1694,
zie doop Jacob Jacobsz 04-10-1733,
ovl. op 12-04-1740 te Huijsen,
begr. op 12-04-1740 te Huijsen; Pro Deo,
, -
S&L, 3712; 22-01-1706; Vreemdelingen Huizen; Folio-3: Andries Andries Mackinge een stoelematter in Den Haagh of elders geboren, zijne voorvaders waren uijt Schotlant, alle sijne soonen, die hij jegenwoordigh nalaat te weten, Andries, Adriaen,
Job, Jan, en hebben geen regt tot het gebruijk der Goijsche gemeente
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 18-04-1726: Aangenomen op Belijdenis: Job Andriesz en Grietje Harmens, Echteluijden, na gedane belijdenis gedoopt overgekomen uit het Mennistendom
-
S&L, 3712; 22-01-1706: Vreemdeling
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 17-11-1738: Grietje Jans huijsvr: van Job Andriesze MAKKING,
tr. (2) op 06-08-1735 te Huijsen; 22-07-1735: Pro Deo
met Grietje Jans ,
geb. te Huijsen,
ovl. op 17-11-1738 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 17-11-1738 te Huijsen; Pro Deo.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Harmen | *1726 | Huijsen | †1726 | Huijsen | 0 | 0 | 0 |
2 | Harmen | *1727 | Huijsen | †1789 | Huijsen | 62 | 2 | 15 |
3 | Cornelia | *1728 | Huijsen | | <= 1730 | | 0 | 0 |
4 | Cornelia | *1730 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
5 | Lijsbet | *1730 | Huijsen | | <= 1732 | | 0 | 0 |
6 | Andries | *1731 | Huijsen | | <= 1733 | | 0 | 0 |
7 | Lijsbet | *1732 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
8 | Andries | *1733 | Huijsen | †1734 | Huijsen | 0 | 0 | 0 |
9 | Andries | *1735 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
>